ISO 26000-richtlijn: Evaluatie pilot collectieve invoering MVO
Voorafgaand aan de presentatie van de zelfverklaringen, binnenkort tijdens de ALV op 18 november, vond onlangs de evaluatie plaats van de collectieve invoering van de ISO 26000-richtlijn. Volgens Gijs Duivenvoorde, senior consultant van adviesbureau Berenschot, zijn de Kartoflex-leden positief. ‘Ieder bedrijf stelt zijn eigen MVO-doelen. Je doet dat echter samen en helpt elkaar op die manier vooruit. De deelnemers hebben dat als prettig en motiverend ervaren.’ Duivenvoorde noemt het, naast de aantrekkelijke prijs, de belangrijkste meerwaarde van de collectieve invoering van de richtlijn.
Als consultant begeleidde Duivenvoorde de zeven ISO 26000-bijeenkomsten, die alle voor de zomer plaats vonden. ‘De negen Kartoflex-bedrijven hebben de implementatie van de richtlijn mede als positief ervaren door de gestructureerde aanpak. De richtlijn is omvangrijk en bevat veel informatie en ook veel vragen, in totaal zo’n veertig. Het bewaken van de grote lijn is een uitdaging. Onbewust waren veel bedrijven echter al actief op het gebied van MVO. Het traject heeft hen geholpen om hun aanpak verder te structureren. Daardoor kunnen ze er nu beter over communiceren en er op sturen.’
Drie stappen
Veel bedrijven willen ‘iets met MVO’, maar worstelen met de vraag ‘hoe integreer ik MVO-beleid in mijn bedrijf’, ervaart de consultant. ‘Afnemers verwachten het en de overheid dwingt het steeds vaker af. Bedrijven die actief zijn op het gebied van MVO worden bovendien als aantrekkelijker ervaren door (potentiële) werknemers. Vaak is er echter geen aparte afdeling die zich hiermee kan bezighouden en blijft het bij plannen maken.’
De adviseur en zijn collega’s (het team bestaat uit drie ‘Berenschotters’) helpen de Kartoflex-leden tijdens het traject in drie stappen. ‘De eerste is: kies MVO-onderwerpen waar je raakvlakken mee hebt en waarin je het verschil kunt maken. De tweede stap is, betrek de juiste stakeholders bij de onderwerpen en de acties die je gaat ondernemen. Stap drie is de integratie zelf, het schrijven van de zelfverklaring en het vaststellen van de juiste kpi’s, zodat je doelstellingen hebt waarop je kunt sturen. Daar ligt ook de link met ISO 26000. In de zelfverklaring, in die veertig antwoorden, hebben de deelnemers hun doelen vastgelegd, hun acties en degenen die ze daarbij willen betrekken.’
Meerwaarde
Tijdens de bijeenkomsten hebben de Kartoflex-leden alle stappen met elkaar doorlopen, ook de sessie waarbij klanten en toeleveranciers werden uitgenodigd. ‘Ieder gaat zijn eigen weg, maar het is een gemeenschappelijk proces, ook al is dat soms best spannend. Vooral in het begin en aan het einde van het proces is de meerwaarde van de collectieve aanpak groot. Later in dat proces is er ook ruimte voor individuele begeleiding of voor hulp bij het schrijven van de zelfverklaring. We sluiten gezamenlijk af. We lezen elkaars zelfverklaringen en geven feedback om ze te verbeteren.’
Volgens Duivenvoorde zijn alle bedrijven na het afronden van het invoeringstraject in staat om de verklaring na een of twee jaar zelf te actualiseren. De zelfverklaring, die gepubliceerd wordt op de NEN-site, verloopt na uiterlijk twee jaar.
Voorsprong
Duivenvoorde begeleidde gedurende zijn carrière een groot aantal bedrijven bij het implementeren van de MVO-richtlijn. Zijn ervaring is dat bedrijven er een voorsprong mee creëren, al is die lastig te kwantificeren in de zin van ‘direct meer omzet’.
Het verschil met certificering is de vrijheid die bedrijven hebben om zelf hun doelen en acties vast te leggen, en om daar zelf hun stakeholders bij te betrekken. ‘Dit betekent niet dat een zelfverklaring vrijblijvend is. De groep waardoor je kunt worden aangesproken, is ook groter. En in plaats van een certificaat communiceer je concrete MVO-doelen die je wilt bereiken.’
Kapstok
Welke advies geeft hij bedrijven die interesse hebben in deelname? ‘Ga intern de dialoog alvast met elkaar aan. Welke onderwerpen op het gebied van MVO hebben prioriteit? En hoe kun je ervoor zorgen dat MVO breed wordt gedragen? Dat zijn vragen waar sowieso iedereen rekening mee moet gaan houden. MVO gaat over meer dan milieu. Meedoen aan de collectieve invoering van de richtlijn biedt structuur. De richtlijn is echt een kapstok die meerwaarde biedt aan bedrijven.’
Kartoflex start tweede traject
ISO 26000 is een vooraanstaande internationale richtlijn voor het implementeren van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) binnen een organisatie. De richtlijn biedt een denkwijze om inspanningen op het gebied van duurzaamheid te structureren en om erover te communiceren. Kartoflex wil haar leden hierin stimuleren en is afgelopen voorjaar gestart met het eerste collectieve implementatietraject, dat wordt begeleid door adviesbureau Berenschot.
Op 18 november a.s., tijdens de ALV, presenteert de kopgroep van negen Kartoflex-leden hun zelfverklaringen. Kartoflex wil daarna starten met een tweede groep bedrijven die eveneens een ‘fundament onder hun MVO-beleid’ wil leggen. U kunt uw interesse vóór 15 januari 2016 aan het secretariaat kenbaar maken voor het tweede traject dat bij voldoende deelname komend voorjaar start.