25 augustus 2015
Interview met Hapece BV; deelnemer Kartoflex ISO 26000 project
De ISO 26000-richtlijn is een vooraanstaande internationale richtlijn voor het implementeren van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) binnen een organisatie. De richtlijn biedt een denkwijze om inspanningen op het gebied van duurzaamheid te structureren en om erover te communiceren. Kartoflex wil haar leden hierin stimuleren en is afgelopen voorjaar gestart met een collectief implementatietraject. Deelnemers leggen daarmee een fundament onder hun MVO-beleid. Hapece BV in Assen is een van de negen deelnemers aan het Kartoflex MVO ISO 26000-project.
Klanten vragen ernaar
Het traject bestond uit een vijftal bijeenkomsten waarna de bedrijven een zelfverklaring opstellen om aan te geven waar zij staan, en hoe zij de toekomst zien. Peter-Paul Draayer is daar nog volop mee bezig als we hem na de zomer bellen om te vragen naar zijn ervaringen. Op 18 november, tijdens de ALV, zullen de zelfverklaringen worden gepresenteerd, ook die van Hapece BV. Bij de specialist in flexibele verpakkingsmaterialen werken 18 mensen.
Wat was voor u de reden om deel te nemen?
‘Wij doen mee aan het project, omdat we steeds vaker vragen krijgen vanuit de markt over maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld van grote supermarktketens. Die vragen hebben onder meer betrekking op onze grondstoffen en hoe wij daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Vaak willen ze ook weten of we gecertificeerd zijn.’
Hoe verloopt het traject tot nu toe?
‘Toen we over het project lazen, zijn we vrij snel ingestapt. Ik vind het leuk om op een andere manier naar de business te kijken, dat zou ik anders zijn misgelopen. Normaal gesproken, kijk je veel meer met een commerciële blik. Ik heb nu beter inzicht gekregen in de impact die onze business op de omgeving heeft en hoe wij daar op een positieve manier een bijdrage aan kunnen leveren.
Gedurende het traject sta je stil bij alle belanghebbenden bij het bedrijf, je klanten, je leveranciers en ook je werknemers. Dat heeft me echt op een andere manier naar het bedrijf doen kijken. Dat geldt onder meer voor arbovraagstukken.’
Welke doelstellingen gaat u in de zelfverklaring neerleggen?
‘Daar zijn we mee bezig. Je kunt bijvoorbeeld aangeven hoeveel energie je wilt besparen of welke sponsorprojecten je wit opzetten en waarom dat wel of niet is gelukt. Je legt daarover maatschappelijk verantwoording af.
Een mooi voorbeeld van een bedrijf dat dat fantastisch doet, is Bavaria. Daar heb ik echt bewondering voor. Zij omarmen MVO echt helemaal. Wij stoeien nog met verschillende denkrichtingen, waaronder de vraag hoe kunnen we met afvalstromen omgaan.’
Hoe gaat u over de zelfverklaring communiceren?
‘Wij kiezen voor publicatie op de site van NEN. Het voordeel hiervan is dat je de verklaring iedere twee jaar moet actualiseren.’
Heeft die andere kijk waar u het over had in de praktijk geleid tot veranderingen?
‘Wij zijn een bedrijf met wat oudere werknemers. Mede door dit traject verdiepen we ons in de vraag hoe we kunnen streven naar verjonging. Dat raakt ook de werkvloer. We zijn in overleg met scholen om te kijken of we een stageplek kunnen creëren of hoe we daar op een andere manier invulling aan kunnen geven. We zijn een klein bedrijf en een stagiair heeft de nodige begeleiding nodig. Dat is een uitdaging.’
Welke voordelen verwacht u van een zelfverklaring? Gaat u meer klanten trekken?
‘Voor ons heeft een zelfverklaring grote commerciële waarde, omdat wij met partijen werken die MVO zeer hoog in het vaandel voeren. We verwachten dat die ontwikkeling de komende jaren alleen maar toe neemt.’
Hoe kijkt u naar de rol van Berenschot en Kartoflex in dit traject?
‘Het is goed dat Kartoflex deze kar trekt, waardoor deelname betaalbaar is. Het is daarnaast leuk om met bedrijven uit dezelfde branche aan tafel te zitten. Je hoort waar zij mee bezig zijn. Normaal gesproken zien we elkaar alleen bij de ledenvergaderingen. Berenschot voert dit traject uiterst professioneel uit.’
Heeft u tips voor collega-bedrijven?
‘Mijn advies is, maak ruimte in je agenda. Zorg dat je genoeg tijd hebt om hier rustig voor te gaan zitten. Dat kan alleen als het bedrijf achter deelname staat. Bij veel bedrijven heeft ISO 26000 nog geen hoge prioriteit, maar ik denk dat daar in de toekomst zeker verandering in komt.’

Het traject bestond uit een vijftal bijeenkomsten waarna de bedrijven een zelfverklaring opstellen om aan te geven waar zij staan, en hoe zij de toekomst zien. Peter-Paul Draayer is daar nog volop mee bezig als we hem na de zomer bellen om te vragen naar zijn ervaringen. Op 18 november, tijdens de ALV, zullen de zelfverklaringen worden gepresenteerd, ook die van Hapece BV. Bij de specialist in flexibele verpakkingsmaterialen werken 18 mensen.
Wat was voor u de reden om deel te nemen?
‘Wij doen mee aan het project, omdat we steeds vaker vragen krijgen vanuit de markt over maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld van grote supermarktketens. Die vragen hebben onder meer betrekking op onze grondstoffen en hoe wij daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Vaak willen ze ook weten of we gecertificeerd zijn.’
Hoe verloopt het traject tot nu toe?
‘Toen we over het project lazen, zijn we vrij snel ingestapt. Ik vind het leuk om op een andere manier naar de business te kijken, dat zou ik anders zijn misgelopen. Normaal gesproken, kijk je veel meer met een commerciële blik. Ik heb nu beter inzicht gekregen in de impact die onze business op de omgeving heeft en hoe wij daar op een positieve manier een bijdrage aan kunnen leveren.
Gedurende het traject sta je stil bij alle belanghebbenden bij het bedrijf, je klanten, je leveranciers en ook je werknemers. Dat heeft me echt op een andere manier naar het bedrijf doen kijken. Dat geldt onder meer voor arbovraagstukken.’
Welke doelstellingen gaat u in de zelfverklaring neerleggen?
‘Daar zijn we mee bezig. Je kunt bijvoorbeeld aangeven hoeveel energie je wilt besparen of welke sponsorprojecten je wit opzetten en waarom dat wel of niet is gelukt. Je legt daarover maatschappelijk verantwoording af.
Een mooi voorbeeld van een bedrijf dat dat fantastisch doet, is Bavaria. Daar heb ik echt bewondering voor. Zij omarmen MVO echt helemaal. Wij stoeien nog met verschillende denkrichtingen, waaronder de vraag hoe kunnen we met afvalstromen omgaan.’
Hoe gaat u over de zelfverklaring communiceren?
‘Wij kiezen voor publicatie op de site van NEN. Het voordeel hiervan is dat je de verklaring iedere twee jaar moet actualiseren.’
Heeft die andere kijk waar u het over had in de praktijk geleid tot veranderingen?
‘Wij zijn een bedrijf met wat oudere werknemers. Mede door dit traject verdiepen we ons in de vraag hoe we kunnen streven naar verjonging. Dat raakt ook de werkvloer. We zijn in overleg met scholen om te kijken of we een stageplek kunnen creëren of hoe we daar op een andere manier invulling aan kunnen geven. We zijn een klein bedrijf en een stagiair heeft de nodige begeleiding nodig. Dat is een uitdaging.’
Welke voordelen verwacht u van een zelfverklaring? Gaat u meer klanten trekken?
‘Voor ons heeft een zelfverklaring grote commerciële waarde, omdat wij met partijen werken die MVO zeer hoog in het vaandel voeren. We verwachten dat die ontwikkeling de komende jaren alleen maar toe neemt.’
Hoe kijkt u naar de rol van Berenschot en Kartoflex in dit traject?
‘Het is goed dat Kartoflex deze kar trekt, waardoor deelname betaalbaar is. Het is daarnaast leuk om met bedrijven uit dezelfde branche aan tafel te zitten. Je hoort waar zij mee bezig zijn. Normaal gesproken zien we elkaar alleen bij de ledenvergaderingen. Berenschot voert dit traject uiterst professioneel uit.’
Heeft u tips voor collega-bedrijven?
‘Mijn advies is, maak ruimte in je agenda. Zorg dat je genoeg tijd hebt om hier rustig voor te gaan zitten. Dat kan alleen als het bedrijf achter deelname staat. Bij veel bedrijven heeft ISO 26000 nog geen hoge prioriteit, maar ik denk dat daar in de toekomst zeker verandering in komt.’